Achtergrond: vanwaar deze wijzigingen?
Het huidige Koninklijke Besluit ‘Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen’ stamt uit 1994. Het besluit houdt onvoldoende rekening met het risico op brandvoortplanting via het gevelsysteem. Tevens brengen ontwikkelingen in de bouwwereld, onder meer op het gebied van materialen, nieuwe risico’s met zich mee. Deze dienen op doeltreffende manier aangepakt te worden. De werkgroep ‘Gevels’, opgericht binnen de Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing, heeft de wetgeving onderzocht en aangescherpt. Op 1 juli 2022 zal het nieuwe besluit in werking treden.
Wat gaat er precies veranderen?
De belangrijkste wijzigingen gaan over brandveiligheid van gevels. Met name de regels omtrent brandvoortplanting via het gevelsysteem bij middelhoge en hoge gebouwen worden aangescherpt. Veel gebruikte materialen zullen onbrandbaar moeten zijn; zowel de gevelbekleding als de gevelonderdelen, zoals de isolatie.
De belangrijkste eisen volgens het nieuwe besluit op een rij:
- Strengere eisen aan de gevelbekleding in hoogbouw: brandklasse A2-s3,d0
- Nieuwe eisen aan de wezenlijke onderdelen, zoals isolatie:
- Hoogbouw (>25 m): Onbrandbaar (minimaal klasse A2-s3,d0), of brandbaar maar dan volledig beschermd t.o.v. brand (K2 30) of een brandweerstand van EI 30.
- Middelhoog (10-25 m): Onbrandbaar (minimaal klasse A2-s3,d0), of brandbaar (minstens E indien het een type oplossing betreft), maar dan wordt de plaatsing van brandwerende schermen vereist en volledig beschermd t.o.v. brand (K2 10) of een brandweerstand van EI 15.
- Laagbouw (<10 m): minstens klasse E.
- Het is tevens mogelijk om de volledige gevelopbouw aan een grootschalige test te onderwerpen, volgens vastgestelde eisen. Komt de gevelopbouw door de test, dan hoeft men bovenstaande eisen niet toe te passen.