Het ene gebouw is het andere niet. Zo is in gebouwen waar mensen slapen (woningen) of gebouwen met een gezondheidszorgfunctie (ziekenhuis, revalidatiecentrum) meer voorzichtigheid geboden dan in gebouwen met bijvoorbeeld een kantoorfunctie. Het Bouwbesluit 2012 stelt daarom per gebouwfunctie verschillende prestatie-eisen aan:
- De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) en de weerstand tegen rookdoorgang van scheidingsconstructies
- Het brandgedrag van het oppervlak van constructieonderdelen
- De sterkte van de bouwconstructie die is blootgesteld aan brand
In de brochure Vuistregels brandveiligheid worden de prestatie-eisen toegelicht aan de hand van de gebouwfuncties wonen, gezondheidszorg, logies, kantoren, onderwijs, winkels en industrie.
Verder kijken dan het Bouwbesluit
De hoofddoelstellingen van het Bouwbesluit 2012 zijn gericht op het voorkomen van slachtoffers en brandoverslag naar aangrenzende percelen. De voorschriften zijn slechts in beperkte mate gericht op beperking van schade aan het gebouw of gebouwen op het eigen perceel, het milieu, monumenten of maatschappelijke voorzieningen of belangen. In theorie is het hierdoor mogelijk om aan alle eisen van het Bouwbesluit te voldoen, terwijl het pand uiteindelijk wordt verwoest doordat bijvoorbeeld gebruik is gemaakt van brandbare bouwmaterialen. Voor ondernemers kan brandschade vergaande gevolgen hebben: ruim 50% van de bedrijven die met een grote brand te maken krijgen, gaan binnen drie jaar failliet. Daarom is het aan te bevelen om in de ontwerpfase verder te kijken dan wat het Bouwbesluit voorschrijft.
Integrale brandveiligheid
Niet alleen de bouwregelgeving stelt eisen op het gebied van brandveiligheid. Ook de Arbowet, het Burgerlijk wetboek en de Wet Milieubeheer stellen hieraan eisen. Om de brandveiligheid écht goed te waarborgen is het belangrijk om niet alleen aan de afzonderlijke wetten te voldoen, maar ook de samenhang ertussen te zien. Daarnaast zijn gebouwen aan verandering onderhevig onder invloed van trends, zoals groene, duurzame en energie-efficiënte maatregelen. Gebouwen worden hierop aangepast, echter de consequenties voor de brandveiligheid zijn niet altijd duidelijk. Een duurzaam gebouw moet niet alleen energie-efficiënt en vluchtveilig zijn, maar ook brandveilig. Dit laatste wordt niet afgedekt door alleen te voldoen aan de minimale wet- en regelgeving. Een integrale benadering leidt niet alleen tot een betere beheersing van de risico’s bij brand, het kan ook een kostenvoordeel opleveren. In de brochure lees je hierover meer.
Aanbeveling: risico-analyse
Het verdient aanbeveling om met een risicoanalyse na te gaan of niet beter een hoger brandveiligheidsniveau kan worden gekozen dan wettelijk is voorgeschreven. De brochure ‘Vuistregels Brandveiligheid’ geeft voorbeelden van situaties waarin de gebouweigenaar of gebruiker beter kan uitgaan van hogere brandveiligheidseisen dan het wettelijk voorgeschreven minimum, bijvoorbeeld om de kans op materiële schade of imagoschade te beperken. Het gebouw moet voldoen aan de verwachtingen en ambities van de eigenaar en/of gebruiker en aan wat de omgeving redelijkerwijs mag verwachten: niet alleen in de gebruiksfase, maar ook op het moment dat er brand uitbreekt.
Onder meer via de website Checklistbrand.nl - een initiatief van verzekeraars en brandweer - kunnen ondernemers informatie over brandoorzaken vinden, een risicoscan uitvoeren en nuttige tips verkrijgen om kwetsbare punten binnen hun bedrijf te verbeteren.